|
|
||||||
De uitgebreide publiciteit rond de bijzondere vuistbijl van Ootmarsum en de daaropvolgende Lonneker-vondsten, heeft er opnieuw voor gezorgd dat een zeldzame vuistbijl uit de Neandertalertijd boven water is gekomen. Nadat de vinder Joop Buitenhuis overeenkomsten zag met de eerder gepubliceerde foto’s, meldde hij zijn vondst uit Hengelo bij Natura Docet in Denekamp. Volgens Dick Stapert (Rijksuniversiteit Groningen) gaat het om een ruim 70.000 jaar oude vuistbijl. |
|||||||
|
|||||||
Joop Buitenhuis ontdekte de vuistbijl
begin jaren tachtig op het terrein van zijn werkgever Thales, het
voormalige Hollandse Signaalapparaten bv. Hij had meteen een sterk
vermoeden dat het acht centimeter lange vuurstenen object een werktuig
uit de steentijd was. Het duurde bijna twintig jaar voordat hij de
bijl aan iemand buiten zijn eigen kennissenkring liet zien. 'Tijdens
een stenen- en mineralenbeurs, een paar jaar geleden, kreeg ik voor
het eerst de bevestiging dat het mogelijk om een vuistbijl gaat.
Ik was daar overigens zelf niet helemaal zeker van,
omdat ik dacht dat vuistbijlen altijd vrij groot zijn. En dat geldt
voor mijn vondst niet echt', zegt Buitenhuis. |
|||||||
|
|||||||
Vanwege het kleine formaat en de specifieke vormgeving van de vuistbijl concludeert de archeoloog Dick Stapert uit Groningen, dat het gaat om een vuistbijl van het zogenoemde type `Moustérien de Tradition Acheuléenne’ (MTA-A). Hij schat de ouderdom van de vuistbijl tussen de 70.000 en 115.000 jaar. Van dit type zijn tot nu toe zeven exemplaren gevonden in Noord-Nederland, waarvan vier in Twente. Er is overigens enige discussie over dit Twentse aantal. Er zijn onderzoekers die menen dat één van de Twentse vuistbijlen, de vuistbijl van de Molen van Bels, veel jonger is dan de Neandertalertijd en uit het Neolithicum moet stammen. Na een verkennend booronderzoek op de vindplaats - aan de rand van het Twentekanaal - denkt Schlüter dat de vuistbijl op een smeltwaterafzetting, een zogenoemde ‘esker’ (smeltwaterrug), heeft gelegen. Deze rug is tijdens de Saale-ijstijd ontstaan en loopt dwars door Twente en de Gelderse Achterhoek. Volgens Schlüter zijn de geologische omstandigheden interessant omdat vondsten van Neandertaler-ouderdom tot nu toe vooral op akkers met een bodem van verweerde keileem zijn gedaan. Op de foto maakt de vuistbijl een redelijk sterk verweerde indruk, wat doet vermoeden dat de vuistbijl voor langere tijd onderhevig is geweest aan verweringsprocessen. Binnenkort zal Stapert de vindplaats nader onderzoeken om ondermeer duidelijkheid te verkrijgen over de geologische situatie in relatie tot de verwering. De vuistbijl is tot eind juni te bezichtigen in Natura Docet. Daarna zal het werkuig tijdelijk te zien zijn in het hoofdgebouw van de firma Thales in Hengelo. Maar uiteindelijk wil Joop Buitenhuis dat zijn vuistbijl voor het publiek te zien is in een museum. Hij overweegt een langdurige bruikleen aan het museum in Denekamp. Een uitgebreide publicatie over de vuistbijl van Hengelo verschijnt nog dit jaar in het archeologische tijdschrift Paleo-aktueel. Daarin zullen ook artikelen verschijnen over onder meer de vondsten uit Lonneker.
|
|
Wilt u een printversie van dit artikel downloaden? Klik dan met de rechter muisknop op 'printversie' en selecteer vervolgens 'doel opslaan als'. Om een pdf-bestand te openen moet acrobat reader 4.0 of hoger op uw computer geïnstalleerd zijn. |
i e u w s
''