4 april 1998

INGEZONDEN BRIEF (1)

door Marcel J.Th. Niekus

s u p p l e m e n t

Deze brief d.d. 4 april '98 was gericht aan Cor Rodenburg (Nieuwsblad v/h Noorden) en is het vierde stuk uit een discussie-serie over de Boot van Pesse

vorige|volgende

printversie
Als mede-auteur van het artikel 'De kano van Pesse - De bijl erin' in de Nieuwe Drentse Volksalmanak van 1997 (nr. 114, pp. 122-125), wil ik graag reageren op de opmerkingen van J.E. Musch uit Anloo, gepubliceerd in de rubriek 'Drentsigheden' getiteld 'De boot van Pesse was mogelijk slechts varkenstrog' d.d. 09.02.1998. Uit zijn opmerkingen blijkt dat hij het artikel in de Volksalmanak niet of niet goed heeft gelezen. Enkele punten die hij noemt verdienen dan ook enige opheldering.
Het belangrijkste aspect is in dit verband de datering van de 'kano'. Er zijn twee C14-dateringen beschikbaar welke de boomstam plaatsen omstreeks 6500 voor Christus, in de periode die we de midden-steentijd (mesolithicum) noemen. Deze C14-dateringen worden overigens ondersteund door onderzoek naar stuifmeel van het veen waarin de 'kano' heeft gelegen. Een datering in de brons- of ijzertijd is hiermee geheel uitgesloten. De bronstijd begint in onze streken pas rond 2100 voor Christus, ruim 4400 jaar nadat de boomstam was gekapt.

In de midden-steentijd leefde de mens van jacht, visvangst en het verzamelen van voedsel. Gedomesticeerde dieren zoals varken, rund etc. kende men nog niet. Een interpretatie als varkenstrog of drenkbak voor paarden is dan ook onzinnig.

In het licht van bovengenoemde C14-dateringen is een vergelijking met het 'Tempeltje van Barger Oosterveld' (bronstijd) ook niet aan de orde. Bovendien zijn er helemaal geen kapsporen zichtbaar op de 'kano'. Dit werd reeds geconstateerd door Van Zeist die de kano als eerste publiceerde (NDV 1957). Ik citeer hem: "Sporen van bewerking met stenen, benen of hertshoornen werktuigen konden niet geconstateerd worden' (van Zeist 1957, p. 8). Ook een nadere inspectie door ons (auteurs van het artikel in de NDV) kon hier niets aan veranderen. De 'vraatsporen' die Musch meent te zien en in verband brengt met een functie als trog of drenkbak zijn vrij eenvoudig te verklaren aan de hand van de ontdekkingsgeschiedenis (zie ook Van Zeist). Het zijn beschadigingen ontstaan tijdens het uitgraven en het transport van de boomstam. De kano werd pas voor archeologisch object aangezien toen deze al enige tijd blootgesteld was geweest aan regen en zon. Daarnaast is de boomstam enigszins gekrompen door de manier van conserveren (vriesdrogen), waardoor kleine krimpscheurtjes zijn ontstaan.

Musch stelt dat wij beweren dat de dennestam is bekapt met een vuursteenbijl. Dit is niet correct. Ik citeer ons: 'Het is wel zeker dat de grove den die gebruikt is voor de kano van Pesse met een bijl is omgehakt. Dat dit een vuurstenen kern- of afslagbijl is geweest ligt zeer voor de hand maar er kan natuurlijk ook gebruik zijn gemaakt van bijvoorbeeld een hertshoornen bijl'. Tot voor kort werden de mesolithische bijltjes (kern- en afslagbijltjes) inderdaad rond 5000 voor Christus gedateerd, in een latere fase van het mesolithicum. Dankzij recent onderzoek weten we nu dat dit type werktuig ook al ten tijde van de kano, 1500 jaar eerder, voorkwam. Dit is juist een van de redenen voor het schrijven van het artikel!

Over de gebruikte houtsoort (den), volgens Musch niet geschikt om mee te varen, kunnen we kort zijn. Juist de vroeg-mesolithische kano's werden uit dennen vervaardigd. In dit verband kan ik verwijzen naar het artikel 'Dateringen voor oorsprong en verspreiding van de Europese boomstamkano' (Lanting en Brindley 1997, pp. 43-46) in het tijdschrift Paleo-aktueel 8, een uitgave van de Vakgroep Archeologie van de Rijksuniversiteit Groningen.

De 'zeewaardigheid' van de 'kano' staat inderdaad ter discussie. Door middel van het vervaardigen van een replica en het doen van vaarexperimenten zal moeten blijken of de vormgeving en afwerking voldoende zijn. Pas dan zullen we gefundeerde uitspraken kunnen doen. Mocht de 'kano' als een mesolithische 'Titanic' ten onder gaan, dan zullen we een andere verklaring moeten zoeken. Als de replica vaart zal ik persoonlijk de bloemetjes buiten zetten. In een echte bloembak dan wel te verstaan...
 

 

 



r t i k e l